Acht jaar terug in de tijd: twee uitersten binnen één instelling
Zorginstelling Pergamijn wilde cliënten Koen en Leon niets liever geven dan de zorg die ze verdienen. Door hun complexe problematiek en uitval van personeel was hier hulp bij nodig. Acht jaar geleden schakelden zij daarom Careflex in. De samenwerking stond in het kader van vertrouwen opbouwen, leren van elkaar en in kleine stapjes vooruitgang boeken. Zorgmanager Elisa en begeleider Frits blikken samen terug.
Cliënt Leon* heeft een verstandelijke beperking en autisme. Kun je iets over hem vertellen?
Frits: ”Het is een bijzondere en van zichzelf zachtaardige jongeman, maar omdat zijn woonplek niet was ingesteld op zijn problematiek kwam dit niet naar voren. Hij kon nooit veiligheid vinden en hij leefde in een fantasiewereld. Zijn gedrag werd niet begrepen en na vele escalaties kwam hij achter slot en grendel. Alleen op een woning zonder contact met andere cliënten.’’
Bij cliënt Koen* is er sprake van een ander soort problematiek. Hij heeft een licht verstandelijke beperking en hij was verbaal erg sterk. Hoe zit dat precies?
Elisa: ”Hij werd vaak overschat, omdat hij mondeling zo sterk was. Hij kon goed verbergen dat hij iets niet begreep. Dan knikte hij, maar ontstond er in zijn hoofd kortsluiting. Die onzekerheid zorgde ervoor dat hij uit zijn stekker ging. Hij had een kort lontje of eigenlijk zelfs geen lontje. In het verleden zat hij opgesloten en daarna werd hij juist heel erg vrijgelaten. Van het ene uiterste naar het andere.”
Pergamijn schakelde Careflex in om mee te kijken. Hoe was de situatie toen jullie bij Pergamijn binnenkwamen?
Frits: ”Er heerste veel angst in het team, omdat het gedrag van beide cliënten niet werd begrepen. Wij stapten er blanco in, maar als je dan beveiliging ziet dan denk je ook even ‘oei’. In het begin ben je vooral veel aan het vragen om de situatie in kaart te brengen. Er waren wat pauzes door wisseling van personeel en een verhuizing van beide cliënten. Careflex sprong in met intervisie en trainingen. Uiteindelijk werd de situatie stabieler. Je merkte dit aan het vertrouwen binnen het team van Careflex en Pergamijn. We werden echt één. Dit had natuurlijk ook zijn weerslag op de cliënten.’’
Waar hadden deze cliënten vooral behoefte aan?
Elisa: ‘’Ze hebben vooral onvoorwaardelijkheid nodig, net zoals kinderen. De omgeving moet stabiel en te overzien zijn. Bij Koen zette ik ook mijn humor in en normaliseerde ik het vragen van hulp.’’
Frits: ‘’De cliënten hebben rust en regelmaat nodig en een bepaalde voorspelbaarheid. Dat wanneer ze je pijn hebben gedaan, je terugkomt. Als je zegt dat je er om een bepaalde tijd bent, moet je er ook echt zijn om die tijd. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt.’’
Hoe merkte je dat het vertrouwen van het team groter werd?
Frits: ‘’Heel geleidelijk. Mensen ervaarden minder conflicten. Minder brullen en steeds meer momenten waarop er gelachen werd. Dat was een stap dichterbij naar een fijn gevoel en een goede samenwerking. We merkten dat de weerstand begon te zakken en dat mensen ook sneller onderdeel wilde zijn van dit proces. Er ontstond empathie voor de cliënten. Als de cliënt boos was, was het nu makkelijker te bedenken dat hij het even moeilijk had in plaats van dat hij het op je gemunt heeft.’’